Licht
Voor alle soorten geldt dat ze van een lichte plek houden, maar géén direct zonlicht! De plant groeit dus ook aan de noordzijde. Bij meer licht ook iets meer water geven. Zorg ervoor dat ze in de winter zoveel mogelijk licht krijgen; liefst voor het raam. Let er wel op dat in het voorjaar de zonnestralen erg fel zijn, dus zet de planten op tijd op een andere plek.

 Temperatuur
De temperatuur moet tussen 18°C en 26°C zijn. In de winter is een paar graden minder ook al voldoende. (15°C – 16°C)

 Water geven
In de winter is één keer per week water geven voldoende (bij de verwarming twee keer) en in de zomer tweemaal per week.
Let op: Liever te weinig water dan teveel! Tijdens de bloei heeft de plant iets meer water nodig.
De plant stelt weinig eisen wat betreft bijmesten. Eén keer per jaar een beetje plantenvoeding is voldoende.

Verpotten
Als de planten wat ouder worden is het soms beter om ze te verpotten, het liefst in een grotere pot. Er worden weinig eisen gesteld aan de grond dus een “gewone potgrond” volstaat. Een bloeiende plant nooit verpotten, wachten tot na de bloei is aanbevolen.

Terugknippen
Als de ranken te lang worden is het beter om ze terug te knippen. Om een hele nieuwe start te maken, kunnen de ranken tot aan de potrand teruggeknipt worden.
Let er wel op dat er per rank altijd een paar bladparen overblijven zodat de plant opnieuw kan uitlopen!